UitvaartGeschiedenis

Het begin

Het cremeren van een overledene(lijkverbranding) is al duizenden jaren een normale manier van lijkbezorging. In de oudheid maar ook tegenwoordig is begraven en cremeren voor de wet gelijk gesteld. In een landschap bezaaid met stenen werden steengraven gebouwd. In bosrijke omgeving werden de overledenen op een houtmijt verbrand. In warme gebieden bijvoorbeeld woestijnen, werden de lichamen in het hete zand gezet. In rotsachtige gebieden in rotsholtes.

In Nederland is weinig tot niets te vinden over het cremeren van vele jaren terug. In Italië, bij het meer van Trasimeno, zijn nog wel verbrandingsoven te vinden. We praten over stookgaten. Afkomstig uit de Romeinse tijd.  Deze ovens of stookgaten worden in Italië "Ustrinos" genoemd. Italië heeft hiermee de oudste ovens ter wereld. Uiteraard zijn ze niet meer in werking maar wel te bezichtigen. 

 

Jaren later 

Duizend jaar later verbood Karel de Grote de lijkverbranding. Met alle geweld werd voorkomen dat men ging cremeren.  Begraven werd hierdoor de enige mogelijkheid tot lijkbezorging. Er waren uitzonderingen: bij epidemieën of veldslagen werd lijkverbranding wel toegepast indien begraven op korte termijn niet mogelijk was. In de negentiende eeuw werd lijkverbranding weer besproken. 

Het was Jacob Grimm die in 1849 in Berlijn lijkverbranding weer introduceerde. HIj overtuigde de aanwezigen met wetenschappelijk betoog waarin hij voorhield dat het Christendom vele volkeren had gedwongen tot begraven terwijl dit geen Christelijk voorschrift was. Vanaf dit moment kwam er een beweging op gang die er uiteindelijk voor zou zorgen dat lijkverbranding weer werd ingevoerd. In 1873 werd op de Wereldtentoonstelling te Wenum voor het eerst een verbrandingsoven geïntroduceerd. Deze was niet volmaakt maar werd wel opgemerkt door diverse bezoekers. Zo werd door bezoeker, Prof. dr. C. Reclam, gerechtsarts te Leipzig, contact opgenomen met glasfabrikant Friederich Siemens uit Dresden. Ze ontwikkelde de oven door en deden mee met een prijsvraag van het Lombardisch instituut. Ze wonnen en in hetzelfde jaar, 1873, vond de eerste crematie plaats in Milaan. Tevens werd in het streng katholieke Italië op 22 juni 1884 de eerste wettelijke regeling ingevoerd. Duitsland volgde al snel in 1887. 

 

Nederland

De begrafeniswet van 10 april 1986 maakt een einde aan begraven in kerken alsmede het begraven binnen een afstand van vijftig meter van de bebouwde kom. Echter werd er niet gesproken over lijkverbranding. Tevens was niet bekend wie verantwoordelijk waren voor begraven. Hierdoor ontstond er een grijs gebied in de wet waar de voorstanders van crematie goed gebruik van maakten. In 1874 werd de "Vereeniging voor Lijkverbranding" opgericht. Later bekend als de Koninklijke Vereniging voor Facultatieve Crematie. Deze groep mensen waren groot voorstander van crematies. Met man en macht probeerde zij cremeren mogelijk te maken. Na jaren vol "bloed, zweet en tranen" kregen ze eindelijk de kans een crematorium te bouwen. DIt werd gedaan  op het terrein van begraafplaats Westerveld, in het dorp Driehuizen. De grond als erfpacht verkregen in 1906, 1911 begonnen met de bouw en op 27 september 1913 de opening. Op 1 april 1914 vond de eerste crematie plaats, dr. C. J. Vaillant, een Schiedamse arts.

Het aantal voorstanders van crematie groeide door de jaren heen snel. Zo werd op 22 december 1919 door Amsterdamse Diamantbewerkers de AVVL (Arbeidersvereeniging voor Lijkverbranding) opgericht. Deze vereniging ging een samenwerking aan met de Facultatieve gezien deze partij eigenaar was van het eerste maar tevens enige crematorium van Nederland. 

Na 1945 kwam het cremeren in een stroomversnelling. in mei 1953 werd de eerste steen gelegd in Dieren voor een tweede crematorium. Op 23 september 1959 kwam de begrafeniswet ter sprake in de Tweede Kamer. Men vond nodig deze wet aan te passen aan de hedendaagse tijd. Toch werd grotendeels de wetgeving die was opgesteld in 1869 intact gelaten. Crematie werd echter niet gelijk gesteld met begraven. Dit gebeurde wel op 26 september 1968. Het startsein voor het bouwen van vele crematoria. 

De rooms-katholieke kerk gaf vanaf 5 juni 1964 toestemming voor het cremeren van overledenen. Ondanks de toestemming, duurde het nog vele jaren voordat ook een meerderheid van de gelovigen kon leven met cremeren van een overledene. Tevens was het voor protestanten een lastig onderwerp. Vooral de streng orthodoxe protestanten waren en zijn nog steeds tot op de dag van vandaag overtuigd van het feit dat dit niet in de Christelijke tradities past. Bij minder streng gelovigen is het inmiddels geaccepteerd. 

Het derde crematorium werd gebouwd in Groningen in 1962. De jaren daarna kwamen er diverse andere crematoria bij. Het werd een inkomstenbron voor vele uitvaartondernemingen. Het aantal mensen in Nederland wat kiest voor cremeren is in 2019 opgelopen tot 60%. Uiteraard verschilt het percentage per provincie, regio en plaats.

 

Wereldwijd

Anno 2019 is het cremeren van overledenen een normaal gebruik in grote delen van de wereld. Het had tijd nodig om aan te wennen maar intussen is het een normale manier van lijkbezorging geworden. Toch is cremeren, als we kijken naar de gebruiken in de wereld, nog steeds een ondergeschoven kindje ten opzichte van begraven. In christelijke delen van de wereld, Zuid-Amerika, Noord-Amerika, Oceanië en Europa is begraven nog steeds de meest gekozen vorm van lijkbezorging. De tradities en opvoeding hebben hier waarschijnlijk mee te maken. 

In sommige landen gebeurt de verbranding ook elders, bijvoorbeeld in India, waar het stoffelijk overschot vaak op stapels hout aan een oever van een rivier, bij voorkeur de Ganges, wordt verbrand. De as kan dan meteen uitgestrooid worden in de rivier.

Op het hindoeïstische eiland Bali in Indonesië wordt de crematie gedaan op de begraafplaatsen en stranden. Het wordt bijna nooit direct gedaan na de dood vanwege de hoge kosten die ermee gemoeid zijn. Vaak wordt het lichaam eerst begraven en na een tijd weer opgegraven om verbrand te worden. Deze omslachtige praktijk stuit echter op steeds meer weerstand.

 

Geschiedenis Crematie